Er stort een
vliegtuig neer, in de Egyptische woestijn.
Met daarin een
Nederlander, een Belg en een grote neger.
Ze kunnen niets doen
want alles is kapot maar water hebben ze genoeg om
te kunnen overleven
voor een paar weken.
Na een week beginnen
ze toch wel heel erge honger te krijgen.
De Nederlander pakt
een groot mes, hakt zijn hand eraf, deelt het in
drieën en geeft ieder
een stuk.
Iedereen laat het
zich goed smaken en zit helemaal vol.
Weer een week later
krijgen ze weer heel erge honger.
De Belg pakt het mes,
snijdt een stuk van z'n billen eraf en geeft ieder
een stuk.
Iedereen eet weer
vorstelijk en ze kunnen er weer een week mee voort.
weer een week later
heeft iedereen weer honger.
De grote neger staat
op en maakt zijn broek los.
Hij trekt zijn boxer
naar beneden en er komt een enorme piemel te
voorschijn.
De Belg en de
Nederlander beginnen al te watertanden, waarop de grote
neger zegt: 'Nee nee
jongens, vandaag eten we pap!'